Trekkingdag 7 Surke - Monjo
Door: Natasja
Blijf op de hoogte en volg Natasja
01 Maart 2015 | Nepal, Kathmandu
zondag 7 december 2014
Mijn slaapkamertje is goed geïsoleerd en relatief warm. Midden in de nacht lig ik zelfs een uur wakker met opengeritste slaapzak. Te warm. Maar bij het ontbijt in de keuken ben ik maar weer wat blij met het vuur in de oven en een hete kop thee in mijn handen. De verschillen tussen warm en koud in de Himalaya zijn altijd enorm.
Op pad in de schaduwzijde, deze keer met handschoenen aan. En ze zijn nodig!
We stijgen meteen een meter of 300 en krijgen het ondanks de kou goed warm van de inspanning. Tegelijk met ons lopen 3 jongetjes uit Surke naar school. Vrolijk kletsend, met hun schriftjes in de hand. Iedere dag lopen zij dit stuk omhoog en omlaag, een vol uur. Halverwege sluiten nog wat schoolmeisjes aan met hun lange dikke zwarte haar in vrolijke vlechten. Huppelend gaan ze ons op het pad voor.
We volgen de lagere route onder het dorpje Lukla door en de eerste vliegtuigjes stijgen al boven ons hoofd op. Bij het dorpje Thalsharoa komen we op het pad van Lukla naar Namche. Het is anderhalf uur later en eindelijk komen we in de zon. Heerlijk!
Dit pad heb ik in 2007 op mijn eerste trekking in de Himalaya ook gelopen. Het is geen zwaar pad, we blijven op gelijke hoogte. Soms een beetje op, soms een beetje af. Overal staan huisjes en lodges langs het pad gebouwd. Als een lintbebouwing. Ik verwonder me er over hoeveel in de tussenliggende jaren bijgebouwd is. Ergens hier tussen moet ook het huisje van mijn toenmalige gids en zijn vrouw zijn. Maar tussen de hoeveelheid vind ik het niet.
De sfeer op dit “Everest trail” is meteen anders dan op het “Jiri trail”. Er komen hier veel meer trekkers door. Vandaar ook zoveel lodges. En er gebeurt op een of andere manier meer op dit stuk zonder goed uit te kunnen leggen wat of waarom. Het straalt drukte uit, die er nu niet is, maar in de piekmaanden oktober en november kan ik me voorstellen hoe druk het hier zal zijn. Verhalen over wandelen in file en overvolle lodges en eetkamers zijn welbekend. Ik moet er niet aan denken!
En zo lopen we door naar Phakding. Met de Dudh Kosi naast ons en de toppen van Kongde (6168m) en Thamserku (6608m) als onze begeleiders. Door de verkoudheid voelen mijn benen zwaar. Tenminste daar wijd ik het aan. Dus ben ik blij dat we vandaag niet veel meer hoeven te stijgen. Ik hoop dat dit gevoel morgen weer weg is, want de herinnering aan de lange klim naar Namche ligt nog vers in mijn geheugen.
Tegen lunchtijd zijn we in Phakding en we passeren eerst het Yeti Mountain Home, de lodge waar we in 2007 verbleven. Ik sta versteld hoe groot en luxe het is geworden en Sancha vertelt dat dit een van de duurste lodges van het gebied is. En dat is te zien. Door Phakding lopend herken ik het plekje waar we ooit gelunchd hebben, maar voor de rest herken ik er niet veel van. Wel sta ik er versteld van hoe groot het is. Jeetje! Het is niet mijn ding. Helemaal aan het einde van het dorp stoppen we voor de lunch, een tafeltje in de zon.
In deze 2 uur op het “Everest trail” hebben we nu al meer andere trekkers gezien dan op alle 6 dagen hiervoor.
Er zitten 2 Belgen naast me en het is vreemd om na 2 weken ineens weer Nederlands te horen. Er komen nog 3 jonge Aussies bij. Ze lopen het gebied allemaal uit. (De trekkings in het Everest gebied zijn “one way”. Je loopt het gebied in en weer uit.) Baarden en bruine gezichten. Ik vraag ze naar de condities op Cho La, een pas op 5600 meter tussen de Gokyo vallei en Everest vallei. Een zware tocht en pas die op mijn programma staat, en waar we pittige verhalen over horen. Het heeft me wat onzeker gemaakt of dit wel een pas is die ik kan en wil doen. Boven op de pas ligt namelijk ijs en sneeuw. Je moet een kwartier over een gletsjer, een lastig glad stuk. Vandaar de crampons in mijn rugzak, ijzeren kettinkjes met tandjes die over mijn schoenen gaan en voor grip op ijs zorgen. De jongens zeggen dat de pas “goed te doen is”, vooral met crampons. Maar dat het wel erg glad is. Het laatste stuk moet je over grote rotsen een half uurtje naar boven klauteren. Een pad is er dan niet echt bij. Ik vertel dat wij in omgekeerde richting zullen gaan en dat stuk juist omlaag gaan. Ai … hoor ik ze zeggen, dat wordt ingewikkeld. En zo’n zinnetje … dat wil ik dan eigenlijk niet horen.
Na de lunch lopen we nog 2 uurtjes verder naar het plaatsje Monjo waar we zullen overnachten. We steken weer 2 lange hangbruggen over en lopen zo aan de andere kant van de rivier. De heilige berg Khumbi (5761m) blijft 1 grote grijze rots. De Dudh Kosi stort en stroomt naar beneden. De vallei waar we lopen steeds nauwer. Het middaglicht is prachtig! Het is genieten!
Om 15.30 uur zijn we in Monjo (2835m) en we hebben een van de eerste lodges. Rust. En warmte. Ze hebben hier een glazen zonnekamer waar het heerlijk warm is. Mijn slaapkamertje ligt aan de schaduwkant en is daarentegen ijskoud. Ik wil nog niet aan de nacht denken.
Tijdens het avondeten zitten we in de eetkamer grenzend aan de keuken. De houtkachel wordt flink gestookt en het is knus. Voor het toilet moeten we buiten langs, en de overgang naar de kou is akelig. Het is hier om 18 uur donker en de temperatuur schiet dan naar de 0 graden. Terwijl mijn eten klaargemaakt wordt en ik mijn schriftje schrijf zitten een vrolijke oude Japanse man en zijn 2 gidsen bij de kachel. Een fles Nepalse whisky voor zijn neus die hij iedereen aanbied. Ook mij. Ik lach, maar lust het niet. Hou het lekker bij mijn thee, maar kan me voorstellen dat de whisky je beter opwarmt. Even later komt zijn vrouw en ander Japans echtpaar erbij. Dit echtpaar spreekt redelijk Engels en een leuk gesprekje komt op gang. De vrolijke man en zijn vrouw blijken 77 en 73 jaar oud! Ze vieren hun 50e huwelijksdag met deze trekking. Ik vind het geweldig! Het blijkt dat de heren in hun jongere jaren hier veel bergen hebben beklommen. De man wilde nog 1 keer met zijn vrouw terug. Hun korte tocht van Lukla naar Namche en terug is bijna klaar en dat wordt gevierd met de whisky. Het is een mooi gezelschap en verhalen over mijn tocht in Japan en hun bezoek aan Nederland worden uitgewisseld.
Als ik aan mijn bordje macaroni zit, wordt hun tafel gedekt. 3 jonge mannen komen met pannen, schalen en allerlei flesjes binnen. Hun oudere gids geeft instructies. De tafel komt vol met rijst, sushi, en echte Japanse gerechten. En eetstokjes! Ik waan me terug in Japan. Het blijkt dat ze een Nepalese kok op hun trek meegenomen hebben, die in Japans eten gespecialiseerd is. Het is een bijzondere ontmoeting.
Dan is het tijd om de warmte van de kachel te verruilen voor mijn koude kamertje. Maar even, want mijn donzen slaapzak is gelukkig lekker warm …
Everest-trail-kusjes
Statistics
2290 meter: Surke
2835 meter: Monjo
afstand: 13,5 km
5,50 uur lopen
stijgen: 911 meter | dalen: 423 meter
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley